Luisteren: theorie

iDevice-pictogram

In de meeste luistersituaties is de luisteraar overgeleverd aan het tempo van de spreker. Hij moet het gezegde net zo snel verwerken als het wordt uitgesproken. Bij het luisteren gaat het uiteraard om het begrijpen van de boodschap, maar we kunnen een uiting alleen begrijpen als we hem ook verstaan hebben. Met verstaan bedoelen we het analyseren van de klankstroom en het woord-voor-woord herkennen van alle woorden in de juiste volgorde. Met begrijpen bedoelen we dan het vormen van concepten (het toekennen van betekenis) op basis van herkende elementen. Luistervaardigheid kan dus verdeeld worden in twee delen: verstavaardigheid en begripsvaardigheid en het lesmateriaal moet beide vormen trainen.

In het begin van het taalverwervingsproces vergt het verstaan heel veel aandacht van de luisteraar en dat kan een goed tekstbegrip in de weg staan. Mensen beschikken namelijk maar over een beperkte aandachtscapaciteit. Als het woord-voor-woord verstaan echter automatisch plaatsvindt, kan de leerder zijn volledige aandachtscapaciteit gebruiken voor het begrijpen van het gesprokene. De verstavaardigheid wordt geautomatiseerd door herhaalde oefening. Zo komt er aandachtscapaciteit vrij voor begripsvaardigheid. Dit inzicht heeft geleid tot een toenemende aandacht voor verstavaardigheidstraining.

De taalleerder moet naast veel oefenen met het woord-voor-woord verstaan van teksten ook oefenen in het globaal, begrijpend luisteren. Als het taalvaardigheidsniveau van de luisteraar ontoereikend is om alles te verstaan, stellen luisterstrategieën de luisteraar in staat om het begrip van het gesprokene te maximaliseren. Goed lesmateriaal traint de leerder in het gebruik van deze strategieën.

Verstavaardigheid en begripsvaardigheid

Luisterstrategieën

Werkvormen