Soorten vragen

iDevice-pictogram

Er zijn verschillende soorten vragen. De aard van de vragen kan verschillen al naar gelang het doel dat u ermee beoogt. Vragen kunnen dienst doen als middel om:

  • te achterhalen wat de cursisten al weten over een te behandelen onderwerp of woord;
  • aan de weet te komen of het niveau van de leerstof overeenkomt met het niveau van de cursisten;
  • het denken te stimuleren;
  • de aandacht van een cursist te trekken;
  • interesse te wekken voor een onderwerp;
  • een foute gedachtegang op te sporen;
  • de mening van de cursisten over een bepaald onderwerp achterhalen;
  • informeren naar persoonlijke zaken.

We gaan kort in op open en gesloten vragen, schoolse vragen en socratische vragen.

Gesloten vragen worden ook wel ja/nee-vragen genoemd, omdat het antwoord vaak “ja” of “nee” is. De gesloten vraag begint dan met een werkwoord. Gesloten vragen kunnen ook andere vormen hebben. Op de vraag “Waar kom jij vandaan?” is slechts één antwoord mogelijk. Een gesloten vraag kan ook een keuzevraag zijn: “Willen jullie deze opdracht nu of thuis doen?” Het mag duidelijk zijn dat het stellen van gesloten vragen slechts tot een beperkte taalproductie leidt. Een goede open vraag nodigt uit tot reflectie en taalproductie. Bij echte open vragen wordt er naar de mening, ervaring, plannen of voorkeur van de cursist gevraagd en is er geen fout antwoord. Het voordeel van deze vragen is niet alleen dat de vragen taalaanbod genereren, maar ook dat u interesse toont in uw cursisten. Verder zijn deze vragen niet zo bedreigend voor de taalzwakke cursisten omdat ook zij zonder te falen antwoord kunnen geven.

In het onderwijs wordt er vaak gewerkt met de zogenaamde schoolse vragen: u stelt de cursisten een vraag om te weten te komen wat ze al weten, zoals bijvoorbeeld: “Wanneer krijgt het voltooid deelwoord een ‘d’ of een ‘t’ aan het eind?”. Hoewel deze vragen open vragen lijken te zijn, zijn ze dat in wezen niet omdat u een bepaald antwoord op de vraag verwacht.

Bij de socratische werkwijze worden de cursisten door middel van gerichte vragen naar het antwoord geleid. Het is daarom belangrijk om van tevoren al te bedenken welke vragen u wilt stellen. Wanneer een cursist niet het gewenste antwoord geeft, moet u bovendien bijsturen om uiteindelijk toch bij het antwoord op de vraag uit te komen.