Opdracht 1
Vraag 1
U zoekt een bank in een grote stad die u niet kent. U vraagt aan iemand op straat: ‘Is daar de bank?' De man zegt: ‘Ja'. Na een half uur lopen merkt u dat de bank in precies de andere richting ligt. U bent heel verbaasd. Wat is er aan de hand? De meneer zei toch dat je de goede richting aanwees?
Vraag 2
Een Nederlander komt op bezoek bij een Chinese familie die al lang in Nederland woont. Hij heeft een mooi ingepakt cadeau meegenomen. De vader vraagt als hij het cadeau krijgt: ‘Zal ik het uitpakken?'