De integratie van vaardigheden

iDevice-pictogram

Visies op onderwijs zijn op grond van steeds nieuwe onderzoeksresultaten voortdurend aan verandering onderhevig en vormen een constante bron van discussie voor een ieder die zich met het vak bezighoudt. Inmiddels is men het er echter wel over eens dat er vragen gesteld kunnen worden bij de doelmatigheid van het traditionele onderwijs.

Lange tijd is er voornamelijk geschoold door vakspecialisten met een didactische opleiding die hun kennis in voorgeselecteerde en voorgestructureerde porties aan klassen vol leerders probeerden over te brengen. Alle cursisten werkten tegelijk aan dezelfde vaardigheid en leerden in hetzelfde tempo. Deze richting in het onderwijs wordt ook wel instructivisme genoemd.

Mensen blijken echter niet zo goed te zijn in het onthouden van snel langskomende informatie. Als een docent een woord semantiseert zonder dat de leerder daar verder iets mee doet, is de kans ongeveer 95% dat hij dat woord na enkele weken vergeten is. Maar als de leerder een aantal mentale handelingen verricht, bijvoorbeeld door het woord te raden met behulp van de context, of het woord zelf opzoekt in een woordenboek, het woord opschrijft of het woord gebruikt in een zin, stijgt de kans sterk dat het woord wel wordt onthouden.

De onderstaande learning pyramid laat zien hoe verschillende leeractiviteiten de retentie van informatie beïnvloeden.

Het komt er dus op neer dat de leerder zoveel mogelijk mentaal en fysiek moet handelen om die 95% vergeetkans terug te brengen.



In de constructivistische benadering van onderwijs draait het dan ook om vaardigheden en bouwt de leerder kennis op vanuit een ervaring. Het lesmateriaal moet dus vooral zorgen voor goede leermogelijkheden en het aanbieden van geschikte werkvormen opdrachten en activiteiten. Om de opdrachten uit te voeren moeten de leerders verschillende vaardigheden combineren. Het leren door doen staal centraal en dat verhoogt de kans dat de kennis beklijft. De vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven worden dan dus niet apart maar geïntegreerd onderwezen. De verst doorgevoerde vorm van deze vorm van leren is te vinden in het taakgericht taalonderwijs.

Het zwaartepunt in het lesmateriaal verschuift:

van kennis naar vaardigheden;
In het taalonderwijs is het lesmateriaal gericht op de vaardigheden die de leerder nodig heeft om snel en goed iets nieuws te kunnen leren: strategische, metacognitieve en samenwerkingsvaardigheden. 

van leerstof naar leerder;
Goede leerresultaten zijn afhankelijk van wat de leerder zelf doet. Hoe actiever de leerder is, hoe beter en hoe meer hij leert. Daarbij is de leerder in hoge mate zelf verantwoordelijk voor zijn leerproces. Hij bepaalt in welk tempo en in welke volgorde hij door de lesstof heengaat en zal veel met andere cursisten moeten samenwerken.
De rol van de docent verandert:

van expert naar begeleider/coach.
In het lesmateriaal moeten duidelijke instructies staan die gericht zijn op de leerder. De leerder moet precies weten wat hij moet doen, hoe hij het moet doen en wat het resultaat moet zijn.
De docent krijgt de taak het leerproces te begeleiden. Hij is de coach van de leerder in zijn leerproces.