Opdracht 4
Kies uit de volgende onderwijssituaties in het taalonderwijs aan volwassenen die werkvormen, situaties en technieken die passen bij het huidige Nederlandse / Vlaamse onderwijs.
De studenten lezen om de beurt (op de rij af) hardop een zin uit een leestekst voor.
| |
De studenten maken een telegram van een tekst. Nabespreking eerst in tweetallen en daarna klassikaal.
| |
Als de docent binnenkomt, gaan de studenten staan.
| |
De studenten durven de docent geen vragen te stellen als ze iets niet begrijpen.
| |
De docent controleert het huiswerk door de studenten om de beurt de antwoorden te laten oplezen.
| |
Spreekbeurt in een notendop: onvoorbereid in tweetallen een spreekbeurt houden van 1 à 2 minuten met gebruikmaking van genoteerde woorden.
| |
Drie studenten moeten achter elkaar een spreekbeurt houden; de docent geeft alle drie tegelijk feedback en geeft aan wie de beste en de slechtste was.
| |
De docent schrijft een verhaal op het bord en de studenten moeten het overschrijven.
| |
Als een student iets wil gaan zeggen, moet hij gaan staan.
| |
Werkvorm ‘Zinnen screenen: goed of fout?' In groepjes grammaticale fouten ontdekken in eigen werk.
| |
De studenten controleren zelf hun huiswerk aan de hand van sleutels.
| |