Opdracht 4
Luister naar
de zinnen en zeg ze na. Let op intonatie en prosodie.
Boek
openen
Doe allemaal even je boek open op bladzijde 21.
Kijk even in je boek op pagina 21.
We gaan even kijken naar bladzijde 21 van het boek.
Jullie gaan even naar bladzijde 21 kijken.
Taak
uitvoeren
Begin nu maar met de opdracht.
Zouden jullie nu de opdracht kunnen doen?
We gaan nu de opdracht uitvoeren.
Doen jullie de opdracht nu even?
Luisteren
We gaan twee keer naar het fragment luisteren.
Luister goed naar het fragment. Je mag twee keer luisteren.
Jullie krijgen het fragment twee keer te horen.
We luisteren nu twee keer naar het fragment.
Opschrijven
Schrijf de
woordjes maar even op.
Jullie kunnen nu de woorden in je schrift schrijven.
Zouden jullie de woordjes even kunnen overschrijven?
We gaan nu eerst deze woorden in ons schrift schrijven.
Samenwerken
We gaan de opdracht nu in tweetallen doen. Jullie samen, jullie samen…
Werk nu even samen. Jij bent A, jij bent B.
Jullie gaan de opdracht maken met een medecursist. Jullie, jullie…
Maak de opdracht met je buurman of buurvrouw.