Woorden leren
Woorden
leren in vier fasen
Lesmateriaal
dat gericht is op vocabulaireverwerving moet dus zoveel mogelijk aansluiten bij
het netwerk dat hiervoor werd beschreven. Dat kan in vier fasen:
Voorbewerken
Net zoals
voorkennis c.q. kennis van de wereld wordt geactiveerd bij een tekst of een
luisteritem kan dit ook specifiek voor een of meerdere nieuwe woorden worden
gedaan Doordat het materiaal aansluit bij bestaande kennis en dus bestaande
woorden, kan het nieuwe woord geplaatst worden in het netwerk.
Semantiseren
Tijdens de
semantiseerfase kunnen de nieuwe woorden uitgelegd worden, maar de leerling kan
ook de instructie krijgen om zelf de betekenis af te leiden uit de tekst of om
de betekenis op te zoeken in het woordenboek of woordenlijst. Het belangrijkste
in dit stadium is dat de leerder begrijpt wat het woord betekent. Zie ook de module Beroepsgerichte
taalvaardigheid/woorden semantiseren.
Consolideren
Om een dieper
begrip van het nieuwe woord te krijgen, moet het een aantal keer terugkomen.
Bovendien slaan we de meeste woorden pas na een aantal keer zien in ons
geheugen op. Hoe vaak, daarover verschillen de meningen. Sommigen spreken van
vijf keer, anderen zelfs van zeven of meer. Hoe snel een woord beklijft, is
natuurlijk ook afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van het te leren woord
voor de leerder.
Controleren
Bij het
controleren toetst u of de cursist het woord heeft begrepen en/of kan
gebruiken. Uit recent onderzoek is gebleken dat het overhoren van geleerde
woorden essentieel is voor het onthouden ervan. Dit kunt u doen door een taak
te ontwerpen waarbij de betekenis van het woord noodzakelijk is om de taak goed
te kunnen uitvoeren.
Daarbij zal het lang niet altijd nodig zijn voor ieder nieuw woord alle vier de fasen te behandelen. Bovendien lopen de fasen vaak door elkaar heen, en zijn ze soms moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Als u de opdracht bij dit onderdeel wilt doen, ga naar Woordenschat: opdrachten(2).