Manieren van semantiseren
Er
zijn verschillende manieren om een woord te semantiseren. We geven hieronder
een aantal talige en niet-talige manieren. De niet-talige manieren worden
verder besproken in het deel over non-verbale communicatie.
Talig
- een synoniem geven
(vlug = snel);
- een antoniem geven
(moeilijk >< makkelijk);
- een omschrijving
geven (een reus is een hele grote man);
- voorbeelden geven
(een appel, een banaan, een ananas zijn voorbeelden van fruit);
- een vertaling geven
(een hond is in het Engels een “dog”);
- analogie gebruiken
(vuur is warm en ijs is koud);
- aan de hand van
pregnante context (als je op de grond valt en er komt bloed uit je knie, dan
heb je een wond op je knie);
- woorden uit
hetzelfde woordveld gebruiken (het haar is niet lang en niet kort; het is
middellang).
Niet-talig
- wijzen naar
voorwerpen;
- een afbeelding
laten zien of een tekening op het bord maken;
- gebaren maken;
- een handeling
demonstreren.
Interessante sites:
Werken aan woordenschat