Werkvormen
- Het rollenspel
De deelnemers krijgen elk een rol toebedeeld en ze krijgen daarbij voldoende informatie om die rol te spelen.
- De informatiekloof
De deelnemers krijgen ieder een deel van de informatie die nodig is om een opdracht tot een goed einde te brengen zodat ze met elkaar in overleg moeten gaan om de ontbrekende informatie boven water te krijgen.
- Binnen-buiten-cirkel
De leerlingen staan opgesteld in twee concentrische cirkels. De binnencirkel en de buitencirkel staan met het gezicht naar elkaar toe. De docent geeft het sein om door te schuiven. Zodra de cursisten tegenover een partner staan, wisselen ze met elkaar informatie uit over zichzelf, een tekst of oefenen ze wat ze geleerd hebben. Na korte tijd geeft de docent weer het sein om door te schuiven.
- Drie-Stappen-Interview
Deze opdracht werkt het beste in groepjes van 4, hoewel aanpassingen voor kleinere of grotere groepen mogelijk zijn.
Stap 1: Het team van vier valt uiteen in twee groepjes van twee. De twee cursisten werken samen; de een ondervraagt de ander.
Stap 2:De cursisten wisselen van rol; de ondervraagde wordt ondervrager.
Stap 3:De leerders wisselen binnen hun team ervaringen uit.
- Simultaan presenteren
De bekende manier van spreekbeurten of voordrachten houden is dat één cursist aan het woord is, terwijl de anderen toekijken en luisteren. Als men uitgaat van het principe leren door doen is dit geen efficiënte methode om met de lestijd om te gaan. Door de leerders simultaan te laten presenteren, kunnen meer cursisten tegelijk actief zijn.
Stap 1: De leerdoelen worden bekend gemaakt en de criteria waaraan de presentatie moet voldoen worden vastgesteld.
Stap 2: De leerders krijgen aanwijzingen over vindplaatsen van nuttige informatie.
Stap 3: Elke cursist presenteert aan het eigen team. Alle teams zijn tegelijk aan het werk.Tijdens de presentatie zijn ook de andere teamleden actief door bijvoorbeeld de tijd te bewaken, te notuleren of door vragen te stellen.