Opdracht 6
1. U wilt uw cursisten de tekst Mensen met macht
laten lezen. Voor welke van de onderstaande
opdrachten
kiest u om de cursisten zich te laten voorbereiden op de teksten. Waarom? U
kunt meerdere antwoorden kiezen.
a. U
laat de cursisten een woordspin rond het woord macht maken. | |
b. U laat
cursisten in groepjes praten over de eigenschappen die machtige personen
volgens hen moeten hebben. | |
c. U laat
cursisten een aantal positieve en een aantal negatieve eigenschappen van auto’s
verzamelen. | |
d. U laat cursisten nadenken over een aantal keuzes die ze moeten maken. Maken ze die keus intuïtief of bewust? | |
2. Uw
cursisten hebben de tekst Mensen met macht gelezen.
Welke informatie vindt u belangrijk om te bevragen? U kunt meerdere antwoorden
aankruisen.
Kunt u uw keuze verantwoorden?
Wie heeft het onderzoek uitgevoerd. | |
Hoe bracht men de deelnemers in een machtige of machteloze toestand. | |
Hoe werd het onderzoek uitgevoerd. | |
Hoeveel verschillende eigenschappen
van de auto’s werden getoond. | |
Hoe lang mochten de deelnemers de
eigenschappen zien. | |
Hoe lang mochten de deelnemers
nadenken. | |
Wat was het resultaat van het onderzoek.
| |